design.

Tijd voor een nieuw paleis!

Publicatie in het vakblad 'de Architect' over de architectuur voor een eigentijds koninklijk paleis ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum van koningin Beatrix.

Na de bouw van Paleis het Loo in 1686 is er nooit meer een koninklijk paleis gebouwd. De tijd is rijp voor een ander paleis. Een eigentijds paleis, dat er op gericht is de contacten tussen vorst en volk te bevorderen en serieus te nemen. Een paleis waarin het volk ook welkom en actief is.

Hierbij is te denken aan het tentoonstellen van de koninklijke collectie, symposia, fora, etc. Weg met de slotgracht! Het koekhappen en zaklopen met prinsen op Koninginnedag is passé. Dit nieuwe paleis – een monarchaal paleis – doet recht aan onze staatsvorm: de monarchie, die volk en vorst verbindt. Een monarchaal paleis geeft ruimte aan een meer evenwichtige communicatie van het volk met het Koninklijk Huis. Wat let de Nederlandse staat, om na 350 jaar, weer eens een paleis ter beschikking te stellen? Nu niet alleen aan het Koninklijk Huis, maar vooral ook aan onze staatsvorm: de monarchie. Van de Nederlanders is 72% voor de monarchie. * Maar wel iets moderner graag ! * (AD 30-04-2003, Intomart)

Sinds 1686 zijn er geen paleizen meer bijgebouwd.

Artikel in 'De Architect': Deze maand viert koningin Beatrix haar vijfentwintig jarig jubileum. Alle gebouwde symbolen van haar staatkundige positie zijn zonder uitzondering eeuwen oud. Na de voltooiing van paleis het Loo in 1686 zijn er geen paleizen meer bijgebouwd. Dit was voor Niek Hilgen aanleiding om in een ontwerp voor een werkpaleis te zoeken naar nieuwe manieren om fysiek uitdrukking te geven aan de constitutionele monarchie. Hilgen ontwikkelde een nieuw type paleis dat de contacten tussen de vorst en het volk moet bevorderen. Het programma voor een dergelijk gebouw draagt een groot aantal contradicties in zich. De belangrijkste daarvan is de tegenstelling tussen het belang van de mythe en de steeds grotere openbaarheid die het volk en de media verlangen van de koninklijke familie. Ervan uitgaande dat zowel het koningshuis als de Nederlandse staatsburgers belang hebben bij meer dialoog dan nu het geval is, heeft Hilgen gezocht naar een ruimtelijk model dat deze tegenstellingen in zich verenigt.

balzaal modern koninklijk paleis

Ruimten met verschillende mate van toegankelijkheid en beveiliging.

Voor een locatie aan de rand van het Haagse Malieveld ontwierp hij een groot paviljoen met acht lagen. Het gebouw huisvest ruimtes die een verschillende mate van toegankelijkheid en beveiliging kennen. De vertrekken die alleen voor koninklijk gebruik zijn bestemd, liggen bovenin en behelzen een koninklijk werkvertrek en de ruimtes voor de hofhouding. Op de verdiepingen daaronder liggen zalen die incidenteel toegankelijk zijn voor genodigden, waaronder een balzaal, een auditorium en een dinerzaal. De meest openbare gedeeltes zijn gesitueerd op de benedenverdiepingen. Ze omvatten een expositieruimte, een portrettengalerij, een café-restaurant en een winkel met oranje parafernalia. Tot de overige voorzieningen behoren de ruimtes voor de bewaking, een tramhalte en een parkeergarage. Om aan uiteenlopende eisen met betrekking tot beveiliging te voldoen, deelt Hilgen het gebouw in een aantal afsluitbare zones. Als een grens is gesloten, kunnen verschillende partijen zelfstandig en gelijktijdig functioneren, ieder met een eigen infrastructuur.

Een spel van onthullen en verhullen.

Het gebouw is ontsloten door middel van een spiraalvormige hellingbaan die langs de gevels van het gebouw naar boven leidt. Deze baan is toegankelijk voor auto’s en dient als route voor leden van het koninklijk huis naar de privévertrekken bovenin. Op momenten dat deze functie niet wordt gevraagd, functioneert de hellingbaan als een openbaar toegankelijke promenade met zicht op de verschillende vertrekken in het gebouw. De mate van privacy is verder gedifferentieerd door een functioneel materiaalgebruik. Het zicht naar de vertrekken kan worden geblokkeerd door de toepassing van elektrochroom glas en in de glasspouw opgenomen lamellen. Andere delen van de gevel zijn helemaal gesloten zodat de privacy daar gewaarborgd is. Op deze manier ontstaat een spel van onthullen en verhullen, waarbij voor de bezoeker een tipje van de sluier wordt opgelicht.

doorsnede modern koninklijk paleis

Subtiele 'koninklijke' beeldtaal

In de vormgeving van het paleis is getracht om een ‘typisch Nederlandse’ beeldtaal te hanteren. Het gebouw moet de koninklijke functie in één oogopslag duidelijk maken zonder gebruik te maken van historiserende decoraties. Het is daarom zorgvuldig gedetailleerd, met toepassing van constructieve hoogstandjes als een glazen plafond in de balzaal dat tevens dienst doet als de beloopbare vloer voor het amfitheater erboven en twee expressionistisch vormgegeven dakliggers waaraan verschillende bouwdelen zijn opgehangen. Met enkele subtiele ingrepen refereert Hilgen aan de functie. Zo is de entree in goudkleur uitgevoerd en is in het maatsysteem voor de gevels veelvuldig de gulden snede gehanteerd. Niek Hilgen heeft in zijn ontwerp de constitutionele monarchie als een vaststaand feit aangenomen. De vraag of deze staatsvorm nog past bij een moderne democratische samenleving heeft hij onaangeroerd gelaten. De contradicties die het programma in zich verenigt en die de aanleiding vormen voor zowel de ruimtelijke dispositie als de materialisering van het gebouw, zijn ook van toepassing op het koningschap. Het gebouw vormt daardoor een uitstekende uitdrukking van de positie die het staatshoofd thans inneemt in een door de media beheerste parlementaire democratie.

David Keuning, vakblad 'De Architect'